Peter Doherty: leven als François Villon in Frankrijk
« recensie: Junip-Junip | recensie: Death Rattle- Fortress (ep) »Dat Peter Doherty de met hasjiesj gevulde pijp nog niet aan Maarten heeft gegeven, mag stilaan een wonder heten. Of ook weer niet, het is maar hoe je het bekijkt. Een heroïneverslaving, alcoholisme, turbulente amoureuze verhoudingen, gevangenisstraffen en een zelfdestructieve levensstijl leken van de carrière van de Britse singer-songwriter een afgeleefde karikatuur met beperkte houdbaarheidsdatum te maken. Al van jongs af aan dweepte Albions enfant terrible immers speels met het romantisch-escapistische gedachtegoed, maar zijn innerlijke demonen wonnen het pleit en maakten van hem een omstreden en getroebleerde ziel waar de tabloids tot op de dag van vandaag een vette kluif aan hebben. Wat velen daardoor dreigen te vergeten, is dat de man ’s werelds muziekrepertoire met enkele niet onaardige nummers heeft verrijkt. Samen met zijn Libertines en Babyshambles componeerde hij een rist instant cultklassiekers en ook solo ging het hem voor de wind. Grace/Wastelands uit 2009, tot op heden Doherty’s laatste officiële wapenfeit, was een staaltje poëtisch-muzikaal vakmanschap. Sindsdien was het echter tevergeefs wachten op nieuw teken van leven. Vier jaar en enkele ontwenningssessies later leeft Doherty als bohemien/banneling in Parijs. Ekaya vroeg zich af of er in artistiek opzicht iets noemenswaardig uit deze vier ‘stille’ jaren te rapen viel. Jawel, zo blijkt.
Het witte doek
Dat ‘Confession d’un enfant du siècle’ geen onmisbare ster aan het filmfirmament wordt, zal menig liefhebber van de zevende kunst kunnen beamen. Een plaatsje in de film- en muziekquizannalen lijkt dan weer wel binnen de mogelijkheden te liggen. Toen Sylvie Verheyde in 2012 besloot Alfred de Mussets autobiografische roman over de lotgevallen van een 19de eeuwse dandy in pellicule om te zetten, kwam ze al vlug bij Doherty uit voor de invulling van het hoofdpersonage. Een schoolvoorbeeld van typecasting dat binnen het
productieteam echter niet meteen op algemeen gejuich werd onthaald. De film werd uiteindelijk geselecteerd voor Un certain regard op Cannes, maar de recensies waren niet mals: “Le film dure plus de deux heures, que les spectateurs pourront utiliser comme un test de leur capacité de résistance à l’ennui”, luidde de nietsontziende kritiek van Le Monde. Flop of niet, Doherty’s acteerdebuut legde hem op persoonlijk vlak geen windeieren en resulteerde in een kortstondige flirt met de ravissante Charlotte Gainsbourg (“Talent is more erotic when it’s wasted”, schreef Don DeLillo in Cosmopolis, en we zouden zo stilaan geloven dat de man nog gelijk heeft ook). In 2011 verscheen eveneens ‘There Are No Innocent Bystanders’, een intrigerende rockumentary waarin Roger Sargent The Libertines volgt naar aanleiding van de comebackoptredens op het Reading– en Leedsfestival in 2010. Zonder meer een aardige documentaire die een interessante blik werpt achter de Libertijnse schermen en melancholische herinneringen oproept aan de sturm-und-drangdagen van weleer.
Demo(n)s
Wat Doherty’s recente muzikale bijdragen betreft, heeft hij zich de laatste maanden en jaren vooral beperkt tot het inzingen van enkele demo’s en het vertolken van gastrollen. Zo blikte de onbekende Franse band Dandies – there is no such thing as coincidence – onlangs samen met Doherty het nummer ‘L Comme Liaison’ in en verscheen op 28 maart 2013 de Sergio Leoneske videoclip van ‘Hired Gun’, een samenwerking tussen Doherty en de Londense band The Lipstick Melodies. In 2010 maakte het grote publiek op de Shockwaves NME Awards Show eveneens kennis met drie gloednieuwe Babyshambles-songs: ‘Fireman’, ‘Stranger In My Own Skin’ en ‘Farmer’s Son / Sunlight and Snow’. Nil novi sub sole, zullen diehard Babyshambles-fans echter denken, want die nummers circuleerden al langer, net zoals bijvoorbeeld het politiek geladen ‘The BNP Blues’. Twee jaar later postte de jonge Londense producer Adem Hilmi eveneens drie verrassend fris en ‘anders’ klinkende Dohertydemo’s op zijn blog. In het door Peter ‘Wolfman’ Wolfe van tekst voorziene ‘Siberian Fur’ krijgen we een rappende Doherty op dreigende bastonen te horen: zowel tekstueel als muzikaal een sterk en veelbelovend nummer. Ook ‘Down for the Outing’ ligt meteen goed in het gehoor en valt op door de carnavaleske pianoriedel. Doherty verontschuldigt zich: “Sorry dad / For every single good time that I had / They made it look so bad / Sorry mum / Sorry for all the good things that I’ve done / Give you hope when there is none”. ‘Bird Cage’, een verslavend duet met zangeres Suzi Martin, recycleert dan weer een liedjestekst van de in 2011 overleden Amy Winehouse. Doherty belijdt passioneel: “Love is the bread / Love is the wine / Love is the soul’s hot coals / You said that we could never be together / You’re too pretty and / I’m too clever / Oh good morning heartache and all these foolish things”. Het moet gezegd: Hilmi’s triptiek slaat aan en doet naar meer verlangen, al is het maar de vraag of de producer in de toekomst ook daadwerkelijk achter de knoppen zal zitten. Het ziet er immers naar uit dat Doherty’s management er eenzijdig op staat in zee te gaan met de ervaren Stephen Street (zie o.a. The Smiths en Blur). Niets tegen Street, dat niet, maar wel zonde van jonge wolf Hilmi. Naast de collaboraties en de demo’s zijn er ook nog de vele onafgewerkte songs in progress die met mondjesmaat gelost werden tijdens ‘s mans optredens. ‘Picture Me In A Hospital’, ‘Handsome’ en ‘I Don’t Love Anyone (But You’re Not Just Anyone)’ doken sporadisch op, net zoals ‘Flags of the Old Regime’, een eerbetoon aan wijlen boezemvriendin Winehouse, en ‘Cell Ceiling Blues’, de blauwdruk van een nummer dat zo uit de back catalogue van de Babyshambles zou kunnen komen. In maart 2012 introduceerde Doherty enkele van deze nieuwe nummers in de Parijse kledingzaak The Kooples. Een kledingzaak? Jawel, want ook dandy Doherty heeft nu zijn eigen kledinglijn.
Pendant ce temps, à Paris
Ondertussen blijken ook de andere Babyshambles neergestreken te zijn in Parijs om samen met Doherty te werken aan een derde album. Wie op 6 april in bar Fontania in het tiende arrondissement vertoefde, kreeg naast zijn café noir ook ‘Dr No (Sharks in the Water)’ voorgeschoteld. Het nummer baadt, zoals de James Bondverwijzing in de titel doet vermoeden, in een aanstekelijke Jamaicaanse reggaesfeer. Zo’n twee weken later verscheen eveneens beeld- en geluidmateriaal van ‘Give it Up’, een rustig maar meeslepend en RHCP-aandoend nummer. De band liet ondertussen weten in het najaar opnieuw te zullen toeren in de UK. Gitarist Michael Whitnall: “I’m equally excited to get back on the road again as I am to see the fans’ reaction to the new material.” Tickets boeken kan, al blijft het natuurlijk altijd afwachten of je Doherty ook daadwerkelijk aan het ‘werk’ zal zien.
Mais où sont les neiges d’antan
De conclusie van vier jaar Doherty in de schaduw: enkele leuke en vermakelijke artistieke opflakkeringen (de Hilmidemo’s zijn volgens ons wel degelijk volwaardig albummateriaal en we zijn benieuwd naar de nieuwe worp van de Babyshambles), maar over het algemeen te weinig en nog niet van het niveau van iemand die ooit nummers als ‘Time for Heroes’, ‘Music When the Lights Go Out’, ‘Fuck Forever’, ‘Albion’ en ‘Last of the English Roses’ uit zijn mouw wist te schudden. Een lichtpuntje: wanneer we hem in ‘Siberian Fur’ overtuigend “take me to tomorrow, today was a mess” horen zingen, hebben we het gevoel dat hij het zelf maar al te goed beseft. In een recent interview in Knack Focus slaat hij dan ook mea culpa: “Wie weet hoeveel geweldige songs ik al had geschreven mocht ik clean zijn gebleven.” Nu nog de daad bij het woord voegen. Want eerlijk: wij kijken altijd stiekem uit naar nieuw werk van vrijbuiter Doherty.
– Thomas Ryon
« recensie: Junip-Junip | recensie: Death Rattle- Fortress (ep) »Dit artikel is geplaatst op 18 - 05 - 2013 door Edward en is eigendom van Ekaya Music Magazine