Ontdek Oprechte Muziek!

Review: The Hickey Underworld – The Hickey Underworld

« Review: Mazgani – Ladies & Gentleman, Introducing… | Review: Julian Casablancas – Phrazes For The Young »

Een van de meest verontrustende video’s die ik onlangs heb gezien, komt van de Vlaamse band The Hickey Underworld. In de clip voor ‘Blonde Fire’ zien we iemand die heel creatief bezig is met allerlei stukken slachtafval. Deze organische onderdelen die wij, gevoelige consumenten, normaliter niet onder ogen krijgen, worden op een mooie manier hergebruikt.

De clip is niet voor de gevoelige kijker en ook zeker niet weggelegd voor de gemiddelde 538-luisteraar. Niet dat wij die op Ekaya willen bedienen, maar dit om het contrast even aan te geven. De knalharde, rauwe doch dansbare rockmuziek die Hickey Underworld maakt, blaast je behoorlijk omver.

The Hickey Underworld won in 2006, in Vlaanderen, Humo’s Rockrally. Ze maakten daarna furore met underground hits als ‘Mystery Bruise’ en ‘Future words’. Nu moet Nederland (en de rest) van het buitenland nog worden veroverd. Als een band het moet lukken de liefhebbers van ophitsende, compromisloze rock te boeien dan is het The Hickey Underworld wel.

Het lijkt goed te gaan want ze treden flink veel op in Nederland. Als deze jongens los gaan dan gebeurt er wat. De gecontroleerde uitbarstingen van grillige maar, oh zo, mooie gitaarklanken zijn heerlijk. De heftige maar toch beheerste brulstem van zanger Younes Faltakh is zeer overtuigend.

De energie die door de hele album ‘The Hickey Underworld’ bruist, is opvallend. De nummers komen allemaal sterk uit de verf. Er wordt nauwelijks ergens ingehouden. Ik ben weer jaloers op de zuiderburen die deze soort muziek sneller durven te omarmen dan in ons kikkerlandje. Wat een power zit hier in!

Komende optredens:

6 november 2009 in Fenix, Sittard

7 november 2009 in Watt, Rotterdam

8 november 2009 in Paradiso, Amsterdam

12 december 2009 in De Klos, Emmeloord

18 december 2009 in Hedon, Zwolle

« Review: Mazgani – Ladies & Gentleman, Introducing… | Review: Julian Casablancas – Phrazes For The Young »