Ontdek Oprechte Muziek!

Recensie: The Flaming Lips – The Terror

« Recensie: Cold War Kids- Dear Miss Lonelyhearts | recensie: Jack White-Blunderbuss »

The Terror klinkt ietwat vreemd voor een Flaming Lips’ album te zijn. De plaat klinkt zeker niet  slecht, maar ze lost de zelfgecreëerde hoge verwachtingen niet in.

 

Hoogmoed

Het is weinig bands gegeven uit te groeien tot een ware cult-band. In de 14 albums die The Flaming Lips in dertig jaar tijd releasten, verwierfen ze ontegensprekelijk en stevig statuut in de indie-scene. De verwachtingen waren dan ook onbereikbaar hoog toen Frontman Wayne Coyne de plaat aankondigde als “het beste wat The Flaming Lips ooit maakten”. Zowel critici als fans wisten wel dat Coyne om geen hoogspraak verlegen is, en de enkele korrels zout nodig zouden zijn bij het verorberen van de plaat, stak een onmiskenbaar verlangen naar The Terror toch de kop op.

Mystiek

The Flaming Lips is meer dan hun bekende hit de Yeah Yeah Yeah-song, maar het was toch even schrikken te zien dat de poppie deuntjes volledig afgezworen worden. The Terror is eclectisch in de keuze van effecten en instrumenten, wat de plaat een experimenteel karakter geeft. In tegenstelling tot wat de trailer-medley ons deed verwachten, is The Terror een vrij duister album geworden.  Nummers als ‘You lust’, ‘You are Alone’ en ‘Turning Violet’ lijken als een tocht tussen Krautrock en de psychedelische kant van het indie-genre. The Terror is echter meer dan een sombere plaat en vindt een lichte aanstekelijkheid in het ritmische ‘Buterfly, how long it takes to die’.

Miskijken we ons op een hele goeie trailer-medley en hoog gecreëerde verwachting van de frontman en enkele bandleden? Niet echt, de plaat is begeesterend en nodigt uit om het volledig te beluisteren. The Terror schept zijn eigen sfeer zoals een goeie Flaming Lips’ plaat altijd weet te doen, toch blijft de luisteraar met het gevoel naar net dat beetje meer achter.

album release: 2 april

 http://www.youtube.com/watch?v=5H8K9ary1Rk

« Recensie: Cold War Kids- Dear Miss Lonelyhearts | recensie: Jack White-Blunderbuss »