Ontdek Oprechte Muziek!

Interview: Dry The River

« Audio: The Jealous Sound – A Gentle Reminder (Album) | Recensie: Lindi Ortega – Little Red Boots »

Het gonst van de hoge verwachtingen rond de Engelse band Dry The River, ze worden getipt als de muzikale belofte van 2011. Niet in de laatste plaats worden die verwachtingen gewekt door de toch vrij kritische Britse pers, en dat terwijl dit vijftal zijn eerste album nog uit moet brengen.

In de Amsterdamse stadsschouwburg, voorafgaand aan een akoestisch optreden samen met The Crookes op het balkon aldaar, sprak ik met de een tikkeltje vermoeid ogende zanger Peter Liddle en de goedlachse bassist Scott Miller. Over muziek, poëzie, Schlager en de overvloedige vergelijkingen met Mumford & Sons en zelfs The Killers…

Bont gezelschap

De band bestaat uit mensen met zeer uiteenlopende achtergronden. Neem nou de drummer, of de violist. De eerste speelde eerst vooral in punkbands, maar houdt vooral van folk. De tweede mag dan klassiek geschoold zijn, hij speelt het liefst rock ’n roll.
En dan te bedenken dat Dry The River een veel te klein huis bewoond in Oost-Londen. Hoe werkt dat in de praktijk?

“We zien onszelf als een hardrockband die folk speelt…”

Net als familie

Bassist Scott weet te melden dat het geweldig werkt.“Het voelt alsof we broers zijn. We delen alles met elkaar. Alles behalve vrouwen dan, al zou dat in de toekomst best kunnen! Het samenwonen gaat overigens wel met ups en downs. Je zit in een kleine ruimte met 5 mensen op elkaars lip. Maar het is net als familie, je hebt je ruzies maar je komt er ook altijd weer met elkaar uit.”
Peter vult aan: “Muzikaal pakt het allemaal erg goed uit, hoe dat precies komt weet ik ook niet. Ik denk dat het is omdat we allemaal heel erg blij zijn dat we het zo kunnen doen. We delen dezelfde passie.”

Delicate genius

Maar het schrijven van songs gebeurt bij voorkeur niet in Londen. Er is altijd iets aan de gang en er zijn altijd overal mensen. Peter Liddle wordt hier niet heel productief van en gaat dan liever een weekje naar Wales. Scott daarover: “De laatste keer dat je dat deed kwam je terug met één nummer!”

Zanger Peter wordt door bassist omschreven als ‘The delicate genius’ van de band. “Je kunt hem gerust een echte singer/songwriter noemen. Onze nummers beginnen vaak bij hem. Hij komt met een tekst, de melodielijnen en de bijbehorende akkoorden. Daarna gaan we er als band mee aan de slag en voegt uiteindelijk iedereen wat toe.”

Melancholisch

De band haalt zijn invloeden uit bands en zangers als Bruce Springsteen, Leonard Cohen en Devandra Banhardt. Overwegend melancholisch, toch klinkt de band vaak alles behalve melancholisch. “We zijn als band zo blij en hebben veel plezier samen,” verklaart Peter. “Dan is het erg moeilijk om melancholisch uit de hoek te komen.”

Ze worden vaak vergeleken met The Killers en Mumford & Sons. De vergelijking met de eerste band zien ze zelf niet helemaal. Peter: “We hebben respect voor wat The Killers doen, maar echt van invloed op ons zijn ze niet. En wat Mumford & Sons betreft, het is logisch dat iedereen ons daar mee vergelijkt, die lui zijn nu eenmaal helemaal hot. En ja, wij beschikken ook over een violist en maken ook harmonieuze muziek. Punt is alleen dat wij ons door onze hardere sound toch wel echt van bands als Mumford of Noah And The Whale onderscheiden. Het zijn goede bands, maar wij zijn toch echt anders.”

Hardrockband

Scott beaamt dit: “Zelf hebben we dan nog meer met echte muzikanten muziek zoals Dream Theater en Midlake. Maar uiteindelijk maken we de muziek die wij willen maken.We zien onszelf meer als een hardrockband die folk songs speelt. Ooit zijn we wel begonnen met de insteek een folk-rockband zoals Mumford te zijn, maar zoals het nu werkt denken we niet al te veel na over hoe we moeten klinken. We kijken nu wel gewoon hoe het eruit komt en hoe het goed voelt.”

Poëtisch

De songs van Dry The River doen vaak poëtisch aan. Toch is er geen sprake van een literaire achtergrond of extra bedoelingen. Peter legt uit: “De baselines van Scott zijn vooral bedoeld om de harten van de meisjes te laten smelten. Wat mij aangaat… Meestal probeer ik niet te concreet te schrijven en laat ik zoveel mogelijk open voor de luisteraar. Ik gebruik mijn eigen ervaring en emoties wel maar ik hou het het liefst een beetje cryptisch. Misschien dat het daardoor zo literair over komt. En ik lees erg veel, dat zal zeker ook van invloed zijn.”

Ander publiek

Dry The River toert door heel Europa en komt dus met ander publiek in aanraking. Zo is het publiek in Duitsland en Nederland veel uitbundiger en warmer dan in Engeland, vindt bassist Scott. “In Engeland zijn ze iets stijver wat dat aangaat. Hier, in Duitsland en Nederland zijn de mensen veel meer geneigd om na afloop nog even te praten.”

“De mensen in Duitsland en Nederland zijn uitbundiger en warmer.”

Schlager

Behalve het publiek, verschillen muziekstromingen in diverse landen natuurlijk ook. Wie weet zullen er binnenkort ook invloeden vanuit de Schlager te horen zijn? Scott: “Ik ken wel een band die Schlager heet! Ik denk dat we het genre Schlager probleemloos toe zouden kunnen voegen aan onze mix van verschillende stijlen en invloeden. Het zou geweldig zijn voor die mensen in het publiek die veel drinken. Vooral voor toeschouwers in Duitsland zou het zeer geschikt zijn!”

Album

Of er naast het toeren ook tijd is om aan een eventueel debuutalbum te werken? (debuut ‘Shallow Bed’ kwam uit op 5 maart 2012, red.)
Scott: “Ja, we werken eraan. Het album zou klaar moeten zijn omstreeks december 2011. Het album zal erg representatief worden voor hoe wij als band zijn en daarmee direct heel anders dan onze laatste single ‘New Ceremony’. Er zit een wat eigenzinnig timide gedeelte in, maar uiteindelijk bouwt het uit naar een soort post rock climax.” De zanger van Dry The River schrikt even van de datum. “Het eind van dit jaar al? Het zal in ieder geval een album worden wat gaat klinken als geen ander album. En als het dat wel zou doen dan zou ik het herschrijven!”


Dry The River met een live versie van ‘New Ceremony’

« Audio: The Jealous Sound – A Gentle Reminder (Album) | Recensie: Lindi Ortega – Little Red Boots »